posje
- [A] po·sje
- [B] pos·je
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | posje | posjes |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) iemand die de wetten van Tora en traditie overtreedt, zondaar
- (Jiddisch-Hebreeuws) eenvoudige, ongeletterde jood
het posje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pos
- Het woord posje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.