Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • por·to·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord portokosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de portokostenmv

  1. geld dat men moet betalen voor het verzenden van een poststuk
     De oplichtingspraktijken werden vorig jaar bij toeval ontdekt tijdens een fiscaal onderzoek, meldt de krant. De onderaannemers halen bijvoorbeeld brieven op bij bedrijven en krijgen van Deutsche Post per brief een bedrag. Hoe groter de zending, hoe meer geld ze innen. Per poststuk kan het bedrag oplopen tot 44 procent van de portokosten.[1]
     De stickers, een verbodsbord met een kroontje erop, zijn gratis, maar afnemers moeten wel de verzendkosten betalen. "Ze nemen de moeite om de bestelling te doen en de portokosten te betalen."[2]
     "We gaan alle essays lezen," zei Mr. Brydges tegen The Globe and Mail. Heb je flink veel zelfmedelijden en een pen al in de hand? Het stel laat op hun Facebook weten dat ze niet per se op zoek zijn naar 'tear jerker'-verhalen. Als het winnende opstel er nou niet tussen zit, beloven ze iedereen hun geld terug te geven, minus de portokosten.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Miljoenenfraude bij Deutsche Post met niet-bestaande brieven” (Zaterdag 18 november 2017, 22:30), NOS
  2.   Weblink bron “"Stickers #hetis2013 groot succes"” (Vrijdag 5 april 2013, 17:08), NOS
  3.   Weblink bron “Huis in Canada hebben? 100 dollar en een essay” (Zaterdag 23 maart 2013, 16:42), NOS