Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poor·ter·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord poorterschap poorterschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het poorterschapo

  1. het poorter zijn; het officieel burger zijn van een stad
     Uit archiefonderzoek door historicus Hans Rombaut blijkt dat Rubens nooit het zogeheten poorterschap van Antwerpen heeft hoeven aanvragen. Dat kan als bewijs dienen dat de man al een Antwerpenaar was. Het poorterschap was destijds nodig om meester te worden in een gilde.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “'Schilder Rubens niet in Siegen maar in Antwerpen geboren'” (20-12-11,), Tubantia