• pom·poen·lam·pi·on
enkelvoud meervoud
naamwoord pompoenlampion pompoenlampionnen
pompoenlampions
verkleinwoord pompoenlampionnetje pompoenlampionnetjes

de pompoenlampionm

  1. lamp gemaakt van een uitgeholde pompoen die men gebruikt bij Halloween
     De onhandige oude viewer gloeide als een pompoenlampion in het donker geworden vertrek, terwijl de woorden en de beeldnegatieven over haar gespannen gezicht dansten.[1]
(lbp)
  1.  Buurtweg 100, nabij de Buizerdlaan in Branst, werd weer opengemaakt. Voor de opening vond er een workshop pompoenlampions maken plaats in samenwerking met de Chiro van Branst, terwijl de laatste meters van de trage weg werden vrijgemaakt door de buurtbewoners. Stijn Hermans[2]


  1. “De schreeuw van het lam” (1994), Luitingh-Sijthoff  , ISBN 902451990X
  2.   Weblink bron “Pompoenlampions” (29 oktober 2009 om 00:00 uur), De Standaard