politiecommandant

  • po·li·tie·com·man·dant
enkelvoud meervoud
naamwoord politiecommandant politiecommandanten
verkleinwoord

de politiecommandantm

  1. (ordehandhaving) leidinggevende bij de politie
     ... het is in meerdere opzichten een dubbele executie; de politiecommandant schiet de guerrillastrijder dood, de fotograaf schiet een plaatje van de politiecommandant. Loan, de politiecommandant, vluchtte naar de VS toen Saigon in 1975 viel, hij opende een pizzarestaurant in Washington D.C[1]
     De ramp kende een ongekend lange nasleep, in 2017 werd de politiecommandant die dienst had bij de stadionramp alsnog aangeklaagd wegens dood door schuld. Hij werd in 2019 vrijgesproken.[2]
  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  2.   Weblink bron “Van Dijk en Wijnaldum zijn thuis minuut stil voor Hillsborough-ramp” (15-04-2020), NOS