• po·ke·raar

Naamwoord van handeling van pokeren met het achtervoegsel -aar

enkelvoud meervoud
naamwoord pokeraar pokeraars
verkleinwoord

de pokeraarm

  1. iemand die al of niet beroepshalve het spel poker speelt.
96 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be