poffer
- pof·fer
- Naamwoord van handeling van poffen met het achtervoegsel -er [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | poffer | poffers |
verkleinwoord | poffertje | poffertjes |
de poffer m
- ouderwets hoofddeksel voor vrouwen uit Noord-Brabant
- klein pistool
- iemand die op krediet koopt
- (voeding) een in een speciale pan met ondiepe putjes van een vloeibaar beslag gebakken lekkernij
- Het woord poffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "poffer" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ poffer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be