• poep·chi·nees
enkelvoud meervoud
naamwoord poepchinees poepchinezen
verkleinwoord

de poepchineesm

  1. (scheldwoord) Chinees of iemand met Aziatisch uiterlijk
    ⚠️ Dit gebruik van het woord roept twijfels op over de gebruiker.
     Bij MightySociety, zijn vroegere gezelschap, maakte De Vroedt een voorstelling over zijn Indische moeder en Hollandse vader. Speelt die gemengde afkomst een rol in zijn denken? „Eigenlijk niet. Al ben ik wel eens voor poepchinees uitgemaakt in een sterrenrestaurant. Een man aan de tafel naast ons gedroeg zich onbeschoft tegen de ober. Daar raakten we over in discussie, totdat hij zei dat ik mijn bek moest houden: „Bemoei je met jezelf, vieze poepchinees.”[1]
  1.   Weblink bron
    Ron Rijghard
    “‘Ik ben voor poepchinees uitgescholden’” (2 november 2016) op nrc.nl