plichtbesef
- Geluid: plichtbesef (hulp, bestand)
- IPA: /ˈplɪxtbəsɛf/
- plicht·be·sef
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plichtbesef | - |
verkleinwoord | - | - |
het plichtbesef o
- bewustzijn van de dingen die men hoort te doen
- Ze wist dat de conducteurs staakten, maar uit plichtbesef kocht ze toch een kaartje.
- Het woord plichtbesef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.