• pleis·ter·laag
enkelvoud meervoud
naamwoord pleisterlaag pleisterlagen
verkleinwoord pleisterlaagje pleisterlaagjes

de pleisterlaagv / m [1]

  1. (bouwkunde) mengsel van gips en kalk gesmeerd op een muur of plafond
     Een pleisterlaag met daaronder oude, geschilderde lagen met marmerimitatie werd tijdens de werkzaamheden tot aan het metselwerk afgebikt. "Een projectleider heeft besloten om het stucwerk van de wanden af te halen, waar meerdere lagen op zaten. Hij heeft de vergunning verkeerd gelezen en zonder overleg het stucwerk eraf gehaald", zegt directeur Haig Balian van Het Groote Museum tegen NH Nieuws. "Iemand van Monumentenzorg heeft dat gezien. Toen is besloten het werk stil te leggen."[2]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Artis mogelijk vervolgd voor sloop 19e-eeuws pleisterwerk in Groote Museum” (Maandag 3 januari 2022, 12:56), NOS