• plat·strij·ken
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
platstrijken
streek plat
platgestreken
klasse 1 volledig

platstrijken

  1. overgankelijk met een strijkende beweging vlak maken
    • Ik krijg die valse vouw niet platgestreken.