plastificeren
Niet te verwarren met: plasticeren, plastiseren |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plas·ti·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse plastifier (met het achtervoegsel -eren) [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
plastificeren |
plastificeerde |
geplastificeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
plastificeren
- overgankelijk (materiaalkunde) een kunststoffen laag of deklaag aanbrengen die zich in een plastische fase bevindt
- Kabels en metalengaas worden vaak geplastificeerd.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. een kunststoffen laag of deklaag aanbrengen die zich in een plastische fase bevindt.
Gangbaarheid
- Het woord plastificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "plastificeren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ plastificeren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be