Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plas·tic·ta·riër, plas·tic·ta·ri·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plastictariër plastictariërs
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de plastictariërm

  1. (persoon) iemand die geen of zeer weinig plastic gebruikt
     Zijn idee was even simpel als doeltreffend: je eet of drinkt niets meer uit wegwerpplastic. En dan mag je jezelf plastictariër noemen.[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie “Plastictariër Tesse begint zelf aan een betere wereld” (3 oktober 2018) op ditispeize.nl
  2.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Ester Riemersma
    “Laat met gemak de plastic zak” (10 april 2019) op ferbine.nl