plangebied
- Geluid: plangebied (hulp, bestand)
- IPA: /ˈplɑŋɣəbit/
- plan·ge·bied
- samenstelling van plan zn en gebied zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | plangebied | plangebieden |
verkleinwoord | plangebiedje | plangebiedjes |
het plangebied o
- (ruimtelijke ordening) terrein waar een overheid samenhangende opvattingen of regels voor vastlegt, gronden en wateren binnen de grenzen van een ruimtelijk plan
- Het woord plangebied staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.