• plane·poo·len
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
planepoolen
planepoolde
geplanepoold
zwak -d volledig

planepoolen

  1. inergatief (luchtvaart) tegen betaling meevliegen met andermans privévliegtuig
     Zo verdienen bezitters van een privévliegtuig een centje bij: stel een vliegtuigbezitter vliegt in z’n eentje van Amsterdam naar Nice, dan kan hij dat op de site aangeven en kunnen anderen een stoel in zijn vliegtuig boeken. Een kwestie van planepoolen.[1]
  1.   Weblink bron
    Ivo Weyel
    “Vlieg met me mee” (16 maart 2013) op nrc.nl