een bord dat aan de muur hangt waarop men kan bijhouden welke zaken wanneer en door wie gedaan moeten worden
Herman Jansen had juist de ervaring dat bij zijn vorige werkgever, een culturele instelling, over elke kleine investering moest worden gesproken. Zo werden planningen van voorstellingen bijgehouden op kalenders. Jansen stelde een planbord voor. Iedereen reageerde enthousiast. Het kwam in meerdere vergaderingen naar voren. Er werd zelfs een studie van gemaakt welk planbord er moest komen. Het ging over een bedrag van driehonderd euro. De ex-ambtenaar zegt: „Na zes maanden was het planbord er nog steeds niet. Hoe moeilijk kan het zijn?” Er was geen bezwaar, maar iemand moest actie ondernemen. [1]
Super Attent doet in niets onder voor een fatsoenlijke supermarkt. Het assortiment telt achtduizend producten. Dat is dan wel minder dan wat Albert Heijn in de schappen heeft staan, maar nog steeds heel veel. Er zijn de bekende afdelingen met zuivel, groente, vlees, en andere kruidenierswaren. In de kantine hangt het planbord. Daarop foto’s van de afdelingen, met daarnaast de foto van wie er geacht wordt te werken. Reinders: „Sommige deelnemers kunnen niet lezen. Als wij iets niet weten, of niet kunnen, dan schamen we ons. Voor hen geldt die schaamte niet. Ze zeggen gewoon: ‘Ik kan niet lezen, je moet me helpen.’ Daar kunnen we met z’n allen veel van leren. Wat je kunt, of niet kunt, maakt voor hen niet uit.” [2]
Schiffmacher heeft voor het eerst in zijn leven een planbord gemaakt en voor hem ligt een woest uitgeschreven lijst van mogelijke projecten en things-to-do: het benaderen van loterijen en kunstfondsjes, of andere figuren die hem een opkontje kunnen geven. [3]