Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plag·gen·snij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord plaggensnijder plaggensnijders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de plaggensnijderm

  1. (landbouw) raamwerk op raderen met snijders waarmee plaggen gesneden worden

Gangbaarheid