placebogroep
- pla·ce·bo·groep
- samenstelling van placebo zn en groep zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | placebogroep | placebogroepen |
verkleinwoord | placebogroepje | placebogroepjes |
- de groep mensen die tijdens een geneesmiddelenonderzoek een niet werkzaam middel hebben ontvangen
- ▸ Ook het risico op overlijden door hart- en vaatziekten, op ziekenhuisopnames door hartfalen en de kans op hartinfarcten of beroertes was in de behandelde groep ongeveer een derde lager dan in de placebogroep.[1]
- ▸ Uit een tussentijdse analyse van het AMC blijkt nu dat van de 93 baby's uit de 'sildenafilgroep' er negentien na de geboorte zijn overleden. Van hen hadden er elf daarnaast een longaandoening. In de placebogroep overleden negen baby's.[2]
- Het woord placebogroep staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Medicijnen vertragen afbraak nierfunctie diabetespatiënten” (Woensdag 17 april 2019, 18:51), NOS
- ↑ Weblink bron NOS Nieuws“Ziekenhuizen stoppen met onderzoek vanwege risico's baby's” (Maandag 23 juli 2018, 14:13), NOS