plaatse
- plaat·se
- plaat·se
plaatse
- datief vrouwelijk van plaats, archaïsche vorm die in enkele staande uitdrukkingen voorkomt
- te bestemder plaatse, ter bestemder plaatse
- te bevoegde plaatse, ter bevoegde plaatse
- te bevoegder plaatse, ter bevoegder plaatse
- te juister plaatse
- ter aangehaalde plaatse
- ter aangehaalder plaatse
- ter gelegener plaatse
- ter plaatse
- ter zelfder plaatse
vervoeging van |
---|
plaatsen |
plaatse
- aanvoegende wijs van plaatsen
- Het woord plaatse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
plaatse
plaatse