pirouette
- pi·rou·et·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pirouette | pirouetten pirouettes |
verkleinwoord | pirouettetje | pirouettetjes |
- (dans) snelle draai op één voet bij het dansen of kunstschaatsen
- Het woord pirouette staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pirouette" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pirouette" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pirouette op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
vervoeging van |
---|
pirouetter |
pirouette
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van pirouetter
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van pirouetter
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van pirouetter