• pi·rou·et·tes

de pirouettesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pirouette


vervoeging van
pirouetter

pirouettes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van pirouetter
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van pirouetter