pintelieren
- Geluid: pintelieren (hulp, bestand)
- pin·te·lie·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pintelieren |
pintelierde |
gepintelierd |
zwak -d | volledig |
pintelieren
- inergatief uitgaan om bier te drinken
- Er werd vrolijk gepintelierd die avond.
- Het woord pintelieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pintelieren" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be