pingpongcommunicatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ping·pong·com·mu·ni·ca·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord pingpongcommunicatie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pingpongcommunicatiev

  1. gesprek tussen twee personen waarbij de berichten heel snel over en weer gaan

Gangbaarheid