pillamp
- pil·lamp
- samenstelling van pil zn "batterij" en lamp zn "lichtbron"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pillamp | pillampen |
verkleinwoord | pillampje | pillampjes |
- kleine lichtbron op batterijen die je bij je kunt dragen
- Van 18 tot 19 uur ontdekken ze met een pillamp in de hand de bibliotheek in het donker. [1]
- zaklamp (meer gangbaar)
- zaklantaarn
- Het woord pillamp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pillamp" herkend door:
11 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ CJTKinderen ontdekken de bib met een pillamp (7 januari 2016) op website: nieuwsblad.be; geraadpleegd 2019-11-26
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be