Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pijp·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen pijpvormig pijpvormiger pijpvormigst
verbogen pijpvormige pijpvormigere pijpvormigste
partitief pijpvormigs pijpvormigers -

Bijvoeglijk naamwoord

pijpvormig

  1. vorm van een pijp hebbend
    • De pijpvormige asbak is geschikt voor zowel binnen als buiten plaatsing. 

Gangbaarheid