Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pig·non
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pignon pignons
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

pignon m/o

  1. (werktuigbouwkunde) een benaming voor een conisch tandwiel
  2. (fietsen) benaming voor een opschroefbare set achtertandwielen voor een fiets met derailleurversnelling die dus conisch van vorm is
  3. (bouwkunde) een benaming voor een (driehoekige) gevelspits

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen