pezen
Niet te verwarren met: pacen |
- pe·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
pezen |
peesde |
gepeesd |
zwak -d | volledig |
- onovergankelijk (informeel) hard uitsloven (rijden, werken, studeren)
- onovergankelijk (informeel) vrijen, geslachtsgemeenschap hebben
- onovergankelijk zich prostitueren
de pezen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord pees
- Het woord pezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pezen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ "pezen" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ pezen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Zie Wikipedia voor meer informatie.