pesto
- pes·to
- Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘ongekookte saus van o.m. basilicum, knoflook, olijfolie en geraspte kaas’ voor het eerst aangetroffen in 1999 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pesto | pesto's |
verkleinwoord | pestootje | pestootjes |
de pesto m
- (voeding) Italiaanse basilicumsaus
- Je kunt pesto in de meeste Italiaanse gerechten gebruiken.
- Het woord pesto staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "pesto" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "pesto" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be