perspectiefloos
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- per·spec·tief·loos
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van perspectief met het achtervoegsel -loos
Bijvoeglijk naamwoord
perspectiefloos
- zonder perspectief
- De terminale patiënt had een draagbaar maar perspectiefloos lijden.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord perspectiefloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.