personenbelasting

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • per·so·nen·be·las·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord personenbelasting personenbelastingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de personenbelastingv

  1. (België) directe belasting op het wereldwijde jaarinkomen van natuurlijke personen

Meer informatie

Gangbaarheid