Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·gas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord persgas persgassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het persgaso

  1. samengeperst stadsgas dat in een gasfabriek wordt geproduceerd door steenkool te verhitten zonder toetreding van zuurstof
    • Op zijn werkkamer werden soms felle schijningen gezien, van zoo vreemd licht, dat niemand kon verklaren, hoe dat ontstond. Het deed zachter aan en toch intens heller dan electriciteit, persgas of carbidlicht. Het gloorde op ongeregelde tijden achter de dunne valgordijnen van Akkerman's werkkamer. [2] 
    • Auto's werden voorzien van een gasgenerator of gasballon, een hout- of anthracietgenerator; vandaar de namen generatorturf (-turfcokes), -blokjes, -anthraciet. Men reed op hout-, turf-, licht- of persgas (vandaar persgasinstallatie, -station). [3] 
    • Vanwege een tekort aan gewone brandstoffen moesten vuilniswagens voor persgas geschikt worden gemaakt, hetgeen ook tot de bouw van installaties voor het maken van persgas noopte. Uiteindelijk verdwenen de vuilniswagens wegens toenemend gebrek aan alles en werden ze vervangen door paardenkarren om het vuil op te halen. [4] 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Sterren, musschen en ratels(1929)–Mathias Kemp De hemelbespieder.
  3. (1945)– [tijdschrift] Nieuwe Taalgids, De Oorlogswinst der Nederlandse taal.
  4. (2003)–A.A.A. de la Bruhèze, H.W. Lintsen, Arie Rip, J.W. Schot Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 6. Stad, bouw, industriële productie
  5.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be