periodiciteit
- pe·ri·o·di·ci·teit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | periodiciteit | periodiciteiten |
verkleinwoord | - | - |
de periodiciteit v
- eigenschap van periodiek te zijn, periodieke terugkeer
1.
- Het woord periodiciteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.