fotoperiodiciteit

  • fo·to·pe·ri·o·di·ci·teit
enkelvoud meervoud
naamwoord fotoperiodiciteit fotoperiodiciteiten
verkleinwoord - -

de fotoperiodiciteitv

  1. (biologie) het verschijnsel dat planten en dieren voor hun levensverrichtingen afhankelijk zijn van een bepaalde hoeveelheid zonlicht per etmaal
    • De bloei van dagneutrale planten wordt niet door de fotoperiodiciteit beïnvloed.