fotoperiodiciteit
- fo·to·pe·ri·o·di·ci·teit
- afgeleid van periodiciteit met het voorvoegsel foto-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fotoperiodiciteit | fotoperiodiciteiten |
verkleinwoord | - | - |
de fotoperiodiciteit v
- (biologie) het verschijnsel dat planten en dieren voor hun levensverrichtingen afhankelijk zijn van een bepaalde hoeveelheid zonlicht per etmaal
- De bloei van dagneutrale planten wordt niet door de fotoperiodiciteit beïnvloed.
1.
- Het woord 'fotoperiodiciteit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.