• per·cus·sie
enkelvoud meervoud
naamwoord percussie percussies
verkleinwoord - -

de percussiev [3]

  1. (muziek) slagwerk
  2. register op een elektronisch orgel dat een slag of knal geeft op het moment dat een toets wordt ingedrukt
  3. (medisch) beklopping van het lichaamsoppervlak
94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]