penury
- Afkomstig van het Latijnse naamwoord penuria (gebrek).
enkelvoud | meervoud |
---|---|
penury | penuries |
penury
- armoede, behoeftigheid, ellende, gebrek
- «The man spent his entire fortune and died in penury.»
- De man gaf zijn hele vermogen uit en stierf in armoede.
- «The man spent his entire fortune and died in penury.»
- pauperisme