need
- Afkomstig van het Middelengelse ned.
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to need |
he/she/it | needs |
verleden tijd | needed |
voltooid deelwoord |
needed |
onvoltooid deelwoord |
needing |
gebiedende wijs | need |
need
- overgankelijk nodig hebben
- «Living things need water to survive.»
- Levende wezen hebben water nodig om te overleven.
- «Living things need water to survive.»
- modaal werkwoord hoeven
- «You need not go if you don't want to.»
- Je hoeft niet te gaan als je niet wilt.
- «You need not go if you don't want to.»
enkelvoud | meervoud |
---|---|
need | needs |
need