pegelpeil
- pe·gel·peil
- samenstelling van pegel zn en peil zn , waarin beide delen teruggaan op Middelnederlands pegel "merkteken" [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | pegelpeil | pegelpeilen |
verkleinwoord | - | - |
het pegelpeil o
- (waterbeheer) hoogste niveau dat een molenaar het water mag opstuwen (aangeduid met een nagel en een steen met jaartal)
- ▸ Watermolens hebben voldoende water nodig om te stuwen. Soms is het pegelpeil voor de watermolens die nog in bedrijf zijn in de zomer te laag.[5]
- Het woord 'pegelpeil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Het pegelpeil” op BrustemMolen.be
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Het bekkenbeheerplan van het Demerbekken (2008-2013) : Integraal waterbeleid in de praktijk” (30 januari 2009), Secretariaat Demerbekken (p/a VMM), Leuven, p. 71