peda
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·da
Woordherkomst en -opbouw
- (verkorting) pedagogie, vroeger: "gebouw waar studenten wonen en onderwijs krijgen"
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | peda | peda's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de peda v
- (België) studentenhuis van een onderwijsinstelling of organisatie zonder winstoogmerk
- Behalve de prijs speelt ook het sociale leven op de peda's een belangrijke rol in de keuze van de student. Vooral eerstejaars kiezen er bewuster voor uit schrik te vereenzamen. De kans dat je op peda een medestudent tegen het lijf loopt, is groter dan op andere koten. Het sociale leven is er ook beter georganiseerd. [1]
- (België) (verouderd) huisvesting met toezicht voor studerende meisjes
- Een jongen en een meisje die mekaar in Leuven leren kennen, dat is een herhaling, la répétition, van de vele waanzinnige vrijages die er in Leuven zijn: staan vrijen in portiekjes en de meisjes moeten op tijd terug in de peda. [2]
Gangbaarheid
- Het woord peda staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "peda" herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Studentenhomes en peda's steeds populairder (20 juli 2007) op website: deMorgen.be; geraadpleegd 2018-10-16
- ↑ interview in De Kuyper, E. & D. Lauwaert (eds.)"Een generatie V" in: Streven. jrg. 24 nr. 5 (februari 1971) Desclee de Brouwer, Brugge / Utrecht; p. 525; geraadpleegd 2018-10-16
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Spaans
Bijvoeglijk naamwoord
peda
- vrouwelijk enkelvoud van pedo