patina
- pa·ti·na
- Leenwoord uit het Italiaans, verder te herleiden tot Latijn patina. In de betekenis van ‘oxidatielaag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860. [1] [2][3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | patina | patina's |
verkleinwoord | - | - |
het patina o
- (scheikunde) doffe, groene tot donkerbruine corrosielaag die zich vormt op het oppervlak van voornamelijk koperen voorwerpen en koperhoudende legeringen (zoals brons), als gevolg van oxidatie van het metaal bij blootstelling aan de lucht en vocht
- (schilderkunst) ouderdomstint van verflagen op schilderijen
- Het woord patina staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "patina" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "patina" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ patina op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: patina (VK) (hulp, bestand)
- pa·ti·na
enkelvoud | meervoud |
---|---|
patina | patinas patinae |
patina
- (scheikunde) patina [1]
- (schilderkunst) patina [2]
vervoeging van |
---|
patiner |
patina
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van patiner
- pa·ti·na
enkelvoud | meervoud |
---|---|
patina | patine |
patina v
- (scheikunde) patina [1]
- (schilderkunst) patina [2]
patina v
- (huishouden) bord [1]
- (huishouden) (ondiepe) pan [1]
vervoeging van |
---|
patinar |
patina