pasten bij
- Geluid: pasten bij (hulp, bestand)
- IPA: / ˈpɑstə(n) ˈbɛi / (3 lettergrepen)
- pas·ten bij
vervoeging van |
---|
bijpassen |
pasten (…) bij
- meervoud verleden tijd van bijpassen
- Wij pasten bij.
- Jullie pasten bij.
- Zij pasten bij.
- Wij pasten bij.
- Het woord pasten bij staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.