passasjertog

Et passasjertog.
Een passagierstrein.

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /pɑsɑˈʃeːɾtoːg/

Woordafbreking

• pas·sa·sjer·tog

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van passasjer en tog.

Zelfstandig naamwoord

passasjertog o

1. (verkeer) passagierstrein, personentrein, reizigerstrein

   «Minst 18 personer mistet livet da to passasjertog kolliderte sør for den egyptiske hovedstaden Kairo i dag.»

   Ten minste 18 mensen werden gedood toen vandaag twee reizigerstreinen ten zuiden van de Egyptische hoofdstad Cairo in elkaar botsten.

Verbuiging

o	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	passasjertog	passasjertoget	passasjertog	passasjertoga passasjertogene
genitief	passasjertogs	passasjertogets	passasjertogs	passasjertogas passasjertogenes

Synoniemen

• persontog

Hyperoniemen

• tog

Verwante begrippen

• ekspresstog, godstog, hurtigtog
• passasjerbåt

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /pɑsɑˈʃeːɾtoːg/

Woordafbreking

• pas·sa·sjer·tog

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van passasjer en tog.

Zelfstandig naamwoord

passasjertog o

1. (verkeer) passagierstrein, personentrein, reizigerstrein

   «Minst 16 menneske mista livet då eit passasjertog køyrde inn i eit godstog i India tidleg måndag.»

   Ten minste 16 mensen zijn omgekomen toen maandagochtend in India een passagierstrein in een goederentrein gebotst is.

Verbuiging

o	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	passasjertog	passasjertoget	passasjertog	passasjertoga
genitief

o bijvorm	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief				passasjertogi
genitief

Synoniemen

• persontog

Hyperoniemen

• tog

Verwante begrippen

• ekspresstog, godstog, hurtigtog
• passasjerbåt, togpassasjer