passagiersruimte
- pas·sa·giers·ruim·te
- samenstelling van passagier en ruimte met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | passagiersruimte | passagiersruimten passagiersruimtes |
verkleinwoord |
de passagiersruimte v
- (verkeer) de ruimte die bestemd is voor passagiers
- Het woord 'passagiersruimte' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.