Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·ra·sta·taal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen parastataal parastataler parastataalst
verbogen parastatale parastatalere parastataalste
partitief parastataals parastatalers -

Bijvoeglijk naamwoord

parastataal

  1. (van instellingen en diensten) door de overheid opgericht en gelijkgesteld met een staatsinstelling

Gangbaarheid

14 % van de Nederlanders;
60 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen