paraaf
- pa·raaf
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘handtekening uit beginletters van naam’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
- afkomstig van het Franse: paraphe [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paraaf | parafen |
verkleinwoord | paraafje | paraafjes |
de paraaf m
- handtekening die alleen bestaat uit initialen
- Het woord paraaf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paraaf" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "paraaf" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be