papierloos

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  papierloos    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pa·pier·loos

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van papier met het achtervoegsel -loos

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	papierloos	papierlozer	papierloost
verbogen	papierloze	papierlozere	papierlooste
partitief	papierloos	papierlozers	-

Bijvoeglijk naamwoord

papierloos

1. zonder papier

   • Door de automatisering zou er een papierloze werkomgeving moeten gaan ontstaan. 

Gangbaarheid

• Het woord papierloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.