Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·pier·bak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord papierbak papierbakken
verkleinwoord papierbakje papierbakjes

Zelfstandig naamwoord

de papierbakm

  1. Afvalbak waarin men oud papier kan verzamelen voor hergebruik.
    • Wat hoort in de papierbak?: Kranten en tijdschriften, reclamedrukwerk, boeken, bonnetjes, kaartjes, telefoongidsen, cadeaupapier, eierdozen, enveloppen, kartonnen en papieren verpakkingen, kartonnen dozen, print- en kopieerpapier, schrijfpapier, tekenpapier, papieren zakken en tassen, inpakpapier, golfkarton.  

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be