Nederlands

pannabol
Uitspraak
Woordafbreking
  • pan·na·bol
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Antiliaans - Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord pannabol
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pannabolm

  1. (sport) een vorm van straatvoetbal op een klein veldje waarbij 1 tegen 1 tot 5 tegen 5, maar bij voorkeur 2 tegen 2 spelers, door middel van behendige voetbaltrucs proberen de tegenstander af te troeven
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen