pamflettistisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pam·flet·tis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van pamflettist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | pamflettistisch | pamflettistischer | |
verbogen | pamflettistische | pamflettistischere | |
partitief | pamflettistisch | pamflettistischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
pamflettistisch [1]
- betrekking hebbend op het pamflettisme
Gangbaarheid
- Het woord pamflettistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.