Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·leis·wacht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord paleiswacht paleiswachten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de paleiswachtm

  1. persoon die een paleis bewaakt
     Dlamini verblijft volgens de Afrikaanse media bij familie nadat zij haar man is ontvlucht. Een paleiswacht vertelde dat Angela al een poos ongelukkig was en al eerder bij haar man weg wilde.[1]
     In het centrum van Istanbul is een zwaarbewapende man doodgeschoten die het vuur had geopend op paleiswachten bij het Topkapi Paleis. De man schoot een militair in zijn been en een paleiswacht in zijn buik. Bewakers besloten hem neer te schieten toen hij weigerde zich over te geven.[2]
enkelvoud meervoud
naamwoord paleiswacht
verkleinwoord

paleiswacht v/m

  1. de organisatie die een paleis bewaakt

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Zesde vrouw verlaat Swazi-koning” (Donderdag 10 mei 2012, 15:33), NOS
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Gewapende man gedood in Istanbul” (Woensdag 30 november 2011, 12:45), NOS