pademelons

Nederlands

roodhalspademelon (Thylogale thetis)

Uitspraak

• Geluid:  pademelons    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• pa·de·me·lons

	enkelvoud	meervoud
naamwoord		pademelons
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de pademelons mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord pademelon

de pademelons mv

1. meervoudsvorm als officiële benaming (buideldieren) Thylogale  een geslacht van kangoeroes dat voorkomt in oostelijk Australië, Tasmanië, Nieuw-Guinea en op twee eilandgroepen die enkele honderden kilometers ten westen en ten oosten van Nieuw-Guinea liggen: de Bismarck-archipel en de Aru-eilanden. Hun naam is een verbastering van "badimaliyan", een woord dat in de taal van de Dharuk Aboriginals gebruikt wordt voor Port Jackson, de natuurlijke haven van Sydney

Hyperoniemen

• kangoeroes, klimbuideldieren

Hyponiemen

• de-bruijnpademelon, roodbuikpademelon, roodhalspademelon, roodpootpademelon

Gangbaarheid

• Het woord 'pademelons' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.